My account

login

registration

   Advertising R▼


 » 
Arabic Bulgarian Chinese Croatian Czech Danish Dutch English Estonian Finnish French German Greek Hebrew Hindi Hungarian Icelandic Indonesian Italian Japanese Korean Latvian Lithuanian Malagasy Norwegian Persian Polish Portuguese Romanian Russian Serbian Slovak Slovenian Spanish Swedish Thai Turkish Vietnamese
Arabic Bulgarian Chinese Croatian Czech Danish Dutch English Estonian Finnish French German Greek Hebrew Hindi Hungarian Icelandic Indonesian Italian Japanese Korean Latvian Lithuanian Malagasy Norwegian Persian Polish Portuguese Romanian Russian Serbian Slovak Slovenian Spanish Swedish Thai Turkish Vietnamese

Definition and meaning of OP

Translation

op bed liggen (v.)

im Bett liegen, zu Bett liegen

op bedrieglijke wijze (adv.)

auf betrügerische Weise, verlogen

op de fluit spelen (v.) (muziek)

auf der Flöte spielen  (Musik;Noten), die Flöte spielen  (Musik;Noten), flöten  (Musik;Noten)

op de hak nemen

lustig machen über

op de hals schuiven (v.)

aufbürden, auf den Hals laden  (+ datif), auferlegen  (+ datif), aufhalsen  (+ datif), belegen, jemandem etwas aufhalsen

op de heenreis (adv.)

auf dem Hinweg, auf der Hinreise

op de heenweg (adv.)

auf dem Hinweg, auf der Hinreise

op de helft van

auf der Hälfte  (+ génitif), zur Mitte  (+ génitif)

op de hielen zitten (v.)

auf dem Fuße folgen, auf den Fersen sein, auf den Fersen sitzen  (+ datif)

op de hoogte blijven (v.)

auf der Höhe bleiben  (+ génitif)

op de hoogte blijven van (v.)

auf der Höhe bleiben von  (+ datif)

op de hoogte brengen (v.)

aufklären, ausfüllen, belehren  (+ accusatif), benachrichtigen, benachrichtigen über  (+ accusatif), benachrichtigen von  (+ datif), Informationen liefern, informieren, in Kenntnis setzen von, jemanden ins Bild setzen, unterrichten  (+ accusatif), unterrichten über  (+ accusatif), unterrichten von  (+ datif), verständigen, verständigen über  (+ accusatif), verständigen von  (+ datif)

op de hoogte brengen van (v.)

Bescheid sagen  (+ datif), in Kenntnis setzen von  (+ datif), ins Bild setzen, verständigen, verständigen über  (+ accusatif), verständigen von  (+ datif)

op de hoogte stellen van (v.)

Bescheid sagen  (+ datif), in Kenntnis setzen von  (+ datif), ins Bild setzen, verständigen, verständigen über  (+ accusatif), verständigen von  (+ datif)

op de hoogte zijn van (v.)

bekannt sein mit, Bescheid wissen, sich auskennen

op de kast jagen (v.)

in Harnisch bringen

op de klippen lopen (v.) (figuurlijk;oneigenlijk)

danebengehen, in die Binsen gehen  (Gesprächs.;figurativ), in die Brüche gehen  (figurativ), mißlingen, seine Wirkung völlig verfehlen, sich zerschlagen  (figurativ), zu Wasser werden  (figurativ)

op de kop tikken (v.)

auffischen, aufgabeln, auflesen, aufrühren, ausgraben, auskramen, ergattern  (Gesprächs.), erstehen, schießen  (Gesprächs.)

op de loonlijst staan (v.)

arbeiten bei  (+ datif), arbeiten in  (+ datif), auf der Lohnliste stehen, berufstätig sein bei  (+ datif), berufstätig sein in  (+ datif), beschäftigt sein bei  (+ datif), dabeisein in  (+ datif), im Arbeitsverhältnis stehen bei  (+ datif), tätig sein bei  (+ datif), tätig sein in  (+ datif)

op de manier van

nach  (+ datif), nach .. Art  (nach;+ datif), nach Art von  (+ datif)

op de markt brengen (v.)

auf den Markt bringen, vermarkten

op de mouw spelden (v.)

einen Bären aufbinden  (+ datif), vormachen, vorschwindeln  (Gesprächs.)

op de proef stellen (v.)

auf die Probe stellen

op de spits drijven (v.)

auf die Spitze treiben, überspitzen

op de trompet blazen (v.) (muziek)

auf der Trompete blasen  (Musik;Noten), Trompete blasen  (Musik;Noten), trompeten  (Musik;Noten)

op de tweede plaats (adv.)

an zweiter Stelle, zum zweiten, zweit, zweitens

op de vlucht (adj.)

auf der Flucht

op de voet volgen (v.)

auf dem Fuße folgen, auf den Fersen sitzen  (+ datif)

op de volgende manier (adv.)

folgendermaßen, folgenderweise

op de voormiddag (adv.)

am Morgen, am Vormittag, morgens, vormittags

op de wijze van

à la, in der Art  (+ génitif), in der Art von  (+ datif)

op de zenuwen werken (v.)

auf die Nerven gehen, nerven  (Gesprächs.)

op deze wijze (adv.)

auf diese Weise

op dezelfde manier (adv.)

gleicherweise, in derselben Art und Weise

op die manier (adv.)

auf diese Weise

op dinsdag (adv.)

am Dienstag, dienstags

op dit ogenblik

zurzeit

op donderdag (adv.)

am Donnerstag, donnerstags

:op drift

treiben

op drift

treiben

op een andere manier (adv.)

anderweitig, auf andere Art und Weise

op een cent doodvallen (v.)

am Geld kleben, auf seinem Geldbeutel sitzen  (Gesprächs.), auf seinem Geldsack sitzen  (Gesprächs.)

op een dag

an einem Tag

op een dag (adv.)

dereinst  (literary), eines Tages, einmal, einst, einstmals  (knapp;vereinzelt), irgendwann, jemals, mal

op een dood punt belanden (v.) (figuurlijk;oneigenlijk)

festfahren  (figurativ), festlaufen  (figurativ), im Sande verlaufen  (figurativ), im Sand verlaufen  (figurativ), in eine Sackgasse geraten  (figurativ), sich festfahren  (figurativ), sich festlaufen  (figurativ)

op een dood spoor geraken (v.) (figuurlijk;oneigenlijk)

festfahren  (figurativ), festlaufen  (figurativ), im Sande verlaufen  (figurativ), im Sand verlaufen  (figurativ), in eine Sackgasse geraten  (figurativ), sich festfahren  (figurativ), sich festlaufen  (figurativ)

op een fluitje blazen (v.)

auf einer Pfeife blasen

op een goede dag (adv.)

dereinst  (literary), eines Tages, einmal, einst, einstmals  (knapp;vereinzelt), irgendwann, jemals, mal

op een kier (adj.)

angelehnt

op een kier zetten (v.)

anlehnen, spaltbreit öffnen

op een na laatst (adj.)

vorletzt, vorletzte

op een rekening storten (v.)

abführen, auszahlen, einzahlen, transferieren  (Geschäft), überschreiben  (alt), überweisen, umbuchen, umschreiben

op een steenworp afstand (adv.)

einen Steinwurf weit, einen Steinwurf weit entfernt

op een zekere dag (adv.)

dereinst  (literary), eines Tages, einmal, einst, einstmals  (knapp;vereinzelt), irgendwann, jemals, mal

op elkaar afgestemd zijn (v.)

aufeinander abgestimmt sein

op elkaar volgen (v.)

ergeben, folgen, folgen auf  (+ accusatif), herausstellen, kommen nach, nachfolgen  (+ datif), resultieren, sich überstürzen

op en neer (adv.)

auf und ab, auf und nieder

op en neer lopen (v.)

auf und ab gehen

op enige afstand (adv.)

in kurzer Entfernung

op gang brengen (v.)

in Gang bringen, in Gang setzen, starten

op gelijke hoogte komen (v.)

auf die gleiche Höhe kommen

op grond van

aufgrund  (+ génitif), auf Grund  (+ génitif), kraft  (+ génitif)

op grote afstand (adv.)

in weiter Entfernung

op handen en voeten kruipen (v.)

auf allen vieren kriechen

op handen zijn (v.)

bevorstehen  (+ datif), im Verzug sein

op het gebied van

auf dem Gebiet  (+ génitif)

op het hart drukken (v.)

anempfehlen, anpreisen, anraten, ans Herz legen, einschärfen, empfehlen  (+ datif), raten  (+ datif), zuraten  (+ datif)

op het juiste moment (adj.)

rechtzeitig

op het kantje (adv.)

eben noch, eng, gerade, gerade noch, grad  (Gesprächs.), grade  (Gesprächs.), im letzten Augenblick, in letzter Sekunde, knapp, mit Ach und Krach  (Gesprächs.), mit knapper Not, um Haaresbreite

op het land (adv.)

an Land

op het moment (adv.)

im Augenblick

op het nippertje

einen sehr kleinen Betrag

op het nippertje (adj.)

knapp

op het ogenblik (adv.)

gegenwärtig, im Augenblick, zurzeit, zur Zeit

op het platteland (adv.)

auf dem flachen Lande, auf dem Lande, auf dem platten Lande  (Gesprächs.), außerhalb, außerorts  (Schweiz), auswärts

op het punt staan om (v.)

begriffen sein in  (+ datif), im Begriff sein zu  (+ infinitif), im Begriff stehen zu  (+ infinitif)

op het toneel komen (v.)

auf die Bühne treten, auftreten

op het toneel verschijnen

Szene betreten

op het toneel verschijnen (v.)

auf die Bühne treten, auftreten

op het verkeerde been zetten (v.)

aufs Kreuz legen  (Gesprächs.), austricksen, bemogeln, bescheißen  (Gesprächs.), beschummeln  (Gesprächs.), beschupsen  (Gesprächs.), beschwindeln, betrügen, einen Bären aufbinden, einen Schabernack spielen  (+ datif), einen Streich spielen  (+ datif), hereinfallen lassen, hereinlegen  (Gesprächs.), hintergehen, hinters Licht führen, in die Irre führen, irreführen, irreleiten, lackieren  (Gesprächs.), reinlegen  (Gesprächs.), täuschen, trügen, überlisten, übers Ohr hauen, übertölpeln, verladen  (Gesprächs.)

op heterdaad betrappen (v.)

auf frischer Tat ertappen

op industrieel gebied (adv.)

Gewerbe-, gewerblich, industriell

op instigatie van

auf Veranlassung  (+ génitif), auf Veranlassung von  (+ datif)

op klaarlichte dag (adv.)

am hellichten Tag

op komst zijn (v.)

bevorstehen  (+ datif), erfolgen, im Verzug sein, kommen, zusammenbrauen

op kop liggen (v.) (sport)

an der Spitze liegen  (Sport), führen  (Sport), in Führung liegen  (Sport), voraus sein  (Sport)

op korte afstand (adv.)

in kurzer Entfernung

op korte termijn

sofort

op korte termijn (adj.)

kurzfristig

op korte termijn (adv.)

kurzfristig

op kosten van

auf Kosten von, zu Lasten  (+ génitif)

op kosten van de staat (adv.)

auf Kosten des Staates

op lange termijn (adj.)

auf lange Sicht

op lange termijn (adv.)

langfristig

op leeftijd komen (v.)

in die Jahre kommen

op leven en dood (adj.)

auf Leben und Tod

op maandag (adv.)

am Montag, montags

op middellange termijn (adv.)

mittelfristig

op muziek zetten (v.)

in Musik setzen, vertonen

op .. na

bis auf  (+ accusatif)

op naam van

auf den Namen  (+ génitif), im Auftrag  (+ génitif), unter dem Namen  (+ génitif)

op niet mis te verstane wijze (adv.)

deutlich, einleuchtend, unmißverständlich

op onderzoek uitgaan (v.)

auskundschaften, erkunden

op pad (adv.)

auf dem Weg, unterwegs

op papier zetten (v.)

niederschreiben, zu Papier bringen

op prijs stellen (v.)

anerkennen, schätzen, Wert legen auf  (+ accusatif), würdigen  (+ accusatif)

op reces zijn (v.) (jurisprudence)

Ferien haben, Ferien machen, Urlaub machen

op reis gaan (v.)

auf Reisen gehen, verreisen

op reis zijn (v.)

verreist sein

op rekening van

auf Rechnung  (+ génitif)

op schrift stellen (v.)

niederschreiben, zu Papier bringen

op slot doen (v.)

abschließen, absperren, ver-, zuschließen, zusperren  (autrichien)

op smaak brengen (v.)

abschmecken, würzen

op stang jagen (v.)

auf die Palme bringen  (Gesprächs.)

op stap (adv.)

auf dem Weg, unterwegs

op straat zetten (v.)

auf die Straße setzen  (Gesprächs.)

op tafel liggen (v.) (figuurlijk;oneigenlijk)

vorliegen  (figurativ)

op tijd

pünktlich

op touw zetten (v.)

veranstalten

op verzoek van

auf Bitten  (+ génitif), auf Verlangen  (+ génitif), namens  (+ génitif), von seiten  (+ génitif)

op volle toeren

mit Volldampf vorwärts

op voorhand (adv.)

eher, im Voraus

op voorwaarde dat (+ conditionnel)

daß, unter der Bedingung

op vrijdag (adv.)

am Freitag, freitags

op weg (adv.)

auf Achse  (Gesprächs.), auf dem Weg, unterwegs

op welke manier

wie

op woensdag (adv.)

am Mittwoch, mittwochs

op z'n elfendertigst

im Schlendergang

op zich laten afkomen (v.)

auf sich zukommen lassen, etwas ihren Lauf lassen  ((etwas);+ datif)

op zich laten wachten (v.)

auf sich warten lassen

op zich nemen (v.) (figuurlijk;oneigenlijk)

auf seine Rechnung nehmen  (figurativ), auf sich nehmen  (figurativ)

op zijn hoede

auf der Hut

op zijn hoede (adv.)

vorsichtig, zurückhaltend

op zijn hurken zitten (v.)

hinhocken, in die Hocke sitzen, niederhocken

op zijn kerfstok hebben (v.)

auf dem Kerbholz haben

op zijn laatst (adv.)

längstens  (Gesprächs.), spätestens

op zijn tijd (adv.)

zu seiner Zeit

op zoek gaan naar (v.)

sich auf die Suche machen nach  (+ datif)

op zoek zijn naar (v.)

auf der Suche sein nach  (+ datif)

op zondag (adv.)

am Sonntag, sonntags

op zwart zaad zitten (v.)

abgebrannt sein, blank sein, pleite sein

   Advertizing ▼

See also

Analogical dictionary




op (adj.)

afgewerkt[Similaire]


op (adv.)

en haut (fr)[Classe]

(trap; pui)[termes liés]


op (prép.)


op (prép.)




op (prép.)


op-

geheel, over-[Similaire]



   Advertizing ▼

 

All translations of OP

definition and synonyms of OP


sensagent's content

  • translations
  • definitions
  • synonyms
  • antonyms
  • encyclopedia

Webmaster Solution

Alexandria

A windows (pop-into) of information (full-content of Sensagent) triggered by double-clicking any word on your webpage. Give contextual explanation and translation from your sites !

Try here  or   get the code

SensagentBox

With a SensagentBox, visitors to your site can access reliable information on over 5 million pages provided by Sensagent.com. Choose the design that fits your site.

Business solution

Improve your site content

Add new content to your site from Sensagent by XML.

Crawl products or adds

Get XML access to reach the best products.

Index images and define metadata

Get XML access to fix the meaning of your metadata.


Please, email us to describe your idea.

WordGame

The English word games are:
○   Anagrams
○   Wildcard, crossword
○   Lettris
○   Boggle.

Lettris

Lettris is a curious tetris-clone game where all the bricks have the same square shape but different content. Each square carries a letter. To make squares disappear and save space for other squares you have to assemble English words (left, right, up, down) from the falling squares.

boggle

Boggle gives you 3 minutes to find as many words (3 letters or more) as you can in a grid of 16 letters. You can also try the grid of 16 letters. Letters must be adjacent and longer words score better. See if you can get into the grid Hall of Fame !

English dictionary
Main references

Most English definitions are provided by WordNet .
English thesaurus is mainly derived from The Integral Dictionary (TID).
English Encyclopedia is licensed by Wikipedia (GNU).

Copyrights

The wordgames anagrams, crossword, Lettris and Boggle are provided by Memodata.
The web service Alexandria is granted from Memodata for the Ebay search.
The SensagentBox are offered by sensAgent.

Translation

Change the target language to find translations.
Tips: browse the semantic fields (see From ideas to words) in two languages to learn more.

 

4739 online visitors

computed in 0.172s

I would like to report:
section :
a spelling or a grammatical mistake
an offensive content(racist, pornographic, injurious, etc.)
a copyright violation
an error
a missing statement
other
please precise: