My account

login

registration

   Advertising R▼


 » 
Arabic Bulgarian Chinese Croatian Czech Danish Dutch English Estonian Finnish French German Greek Hebrew Hindi Hungarian Icelandic Indonesian Italian Japanese Korean Latvian Lithuanian Malagasy Norwegian Persian Polish Portuguese Romanian Russian Serbian Slovak Slovenian Spanish Swedish Thai Turkish Vietnamese
Arabic Bulgarian Chinese Croatian Czech Danish Dutch English Estonian Finnish French German Greek Hebrew Hindi Hungarian Icelandic Indonesian Italian Japanese Korean Latvian Lithuanian Malagasy Norwegian Persian Polish Portuguese Romanian Russian Serbian Slovak Slovenian Spanish Swedish Thai Turkish Vietnamese

Definition and meaning of Kaars

Definition

definition of Wikipedia

   Advertizing ▼

Synonyms

Phrases

   Advertizing ▼

Analogical dictionary

Wikipedia

Kaars

                   
RomanW-01.png
  Brandende kaars.

Een kaars is een lichtbron. Het is meestal een cilindrische staaf van een bij kamertemperatuur vaste, vetachtige stof als bijenwas of stearine, met door het midden een katoenen koord: de pit - in de volksmond 'lont' genoemd. Als men deze pit aansteekt smelt het vet bij de pit en wordt het door de capillaire werking in het koord gezogen. In de hogere delen van de pit wordt dit vet door verdamping en ontleding gasvormig en verbrandt onder het uitstralen van warmte en licht.

Kaarsen zijn met olielampen en toortsen, na het houtvuur, de oudste hulpmiddelen van de mens voor de verlichting.

Met een kaarsendover wordt de vlam van een kaars gedoofd. Vooral rond kerstmis worden veel kaarsen gebrand.

De SI-basiseenheid Candela is afgeleid aan het licht van ongeveer 1 kaars. Candela is de Latijnse naam voor kaars en de Engelse naam candle lijkt wel erg veel op de Latijnse naam, en is daar waarschijnlijk ook etymologisch mee verwant.

Inhoud

  Geschiedenis

  Bijenwas kaarsen van het alamannic kerkhof van Oberflacht, Duitsland dateert uit 6th/7th eeuw na Christus De oudste overleefde Bijenwas Kaarsen ten noorden van de Alpen.

  Uitvinding

De Etrusken, een ontwikkeld volk in Midden-Italië, (nu Toscane), enkele eeuwen voor Christus, gebruikten als verlichting een touw gedrenkt in pek, olie of vet. Er zijn aanwijzingen dat al veel eerder kaarsen voor verlichting werden gebruikt. In de graftombe van Toetankhamon (14e eeuw voor Chr.) zijn kandelaars (of toortshouders) aangetroffen. In de Romeinse tijd verschijnt de kaars definitief ten tonele. Vet of was diende als brandstof.

  Middeleeuwen

  Kaarsenmakers rond 1700.
  La Pollera tijdens het carnaval van Baranquilla, Colombia

Een belangrijke tijd voor de kaars waren de middeleeuwen. De kaars was toen de voornaamste bron van kunstverlichting. Kaarsenmakers waren verenigd in het Kaarsenmakersgilde. Goedkope kaarsen werden gemaakt van vet (talg), duurdere van bijenwas.

De vetkaarsen brandden niet zo mooi als de waskaarsen. Een vetkaars was zacht, walmde, gaf roet, droop altijd wat en gaf geen aangename geur (als gevolg van het ontstaan van acroleïne). De pit was gemaakt van getwijnde katoendraden, waarvan het verkoolde uiteinde van tijd tot tijd afgeknipt (gesnoten) moest worden.

Vanwege het brandgevaar (maar ook vanwege de slechtere kwaliteit van het uitgevoerde werk) was het gebruik van kaarsen als kunstverlichting voor het avondlijk werk vaak aan banden gelegd. De kaarsen brandden regelmatig genoeg om als een klok gebruikt te worden. Er waren 12- en 24-uurskaarsen verkrijgbaar met horizontale ringen die de uren aangaven. Tegenwoordig ziet men nog wel kaarsen met een urenverdeling op de zijkant. Dit zijn vaak opdrukken van papier, dit papier kan als lont gaan werken, waardoor de kaars tevens aan de buitenkant kan gaan gaan branden.

  Technologische vernieuwing

Eind 18e eeuw komt de visserij op de potvis met een alternatief voor vet en was. Kaarsen konden worden bereid uit een vettige stof uit de kop van de potvis, spermaceti of walschot genoemd, die voornamelijk bestaat uit cetylpalmitaat. Deze stof werd bereid door uitgekookt walvisvet bij koud weer (6 graden C) te laten uitkristalliseren. Hiervan produceerde men de duurdere typen smeerkaars.

Daarnaast ging men ook kaarsen toepassen voor het meten van tijd, waarvoor men een aantal kaarsen van gelijke lengte gebruikte. Iedere kaars werd gemerkt met strepen op onderling gelijke afstand, waarbij de afstand tussen elke merkstreep overeen kwam met een door ervaring verkregen tijdsperiode.

De kaarsenmakerij was het onderdeel van de chemische industrie dat in de negentiende eeuw qua schaal het meest veranderde. Aan het begin van die eeuw werden de kaarsen in Nederland vooral gemaakt door kleinschalige ambachtslui in eenmansbedrijfjes, terwijl er enkele decennia later een drietal zeer grote kaarsenfabrieken waren in: Amsterdam, Schiedam en Gouda, met een afzet van miljoenen kaarsen.

  Stearinekaarsen

De kaarsenfabricage maakt in de 19e eeuw een grote ontwikkeling door, die begon met de ontdekking van stearine. Stearine, een mengsel van stearinezuur en palmitinezuur werd in 1823 ontdekt door de Fransman Eugène Chevreul.

Hij onderzocht allerlei vetten en toonde aan dat deze verbindingen zijn van een vloeistof (glycerol) en van een mengsel van min of meer vaste stoffen (vetzuren). Van de vetzuren scheidde hij door persen een vaste harde fractie af, stearine genaamd. Stearine is een kunstwas, een vast vet ontstaan door het uitpersen van verzeepte dierlijke vetten.

Stearine had veel gunstiger brandeigenschappen dan het vet dat tot dan toe gebruikt werd voor de kaarsenbereiding. De stearinekaars brandde met een heldere vlam, zonder walm; hij droop niet en werd niet slap als hij warm werd. Dit had tot gevolg dat de stearinekaars op den duur de oudere smeerkaars geheel verving.

Stearine was ook geschikt om machinaal in vormen gegoten te worden. Dit leidde tot mechanisatie en concentratie in de industrie.

Enkele jaren later verving Cambacères de oude getwijnde pit door een gevlochten katoenen pit. Dat was het einde van het kaarsensnuiten. Aangezien de pit gebogen brandde, door de manier van vlechten van de katoengarens, werd deze automatisch op lengte gehouden, een zelf-snuitende kaars.

Enige jaren later werd door raffinage van aardolie een witte stof, paraffine, afgescheiden. Deze ging naast stearine een plaats in de kaarsenindustrie innemen. Paraffine blijkt namelijk een hogere lichtintensiteit te hebben dan stearine, maar paraffine wordt eerder zacht.

Na 1850 verdwenen meer traditionele vormen van kaarsenmakerij ten gunste van stearine, maar ook als gevolg van de opkomst van gaslampen. Door de uitvinding van de elektrische lamp levert de kaars in onze tijd vooral het romantische licht. De kaars kan ook een rustgevende werking hebben.

  Soorten kaarsen

  Opbouw van een kaars

De kaars bestaat uit een pit van katoen met daaromheen stearine, paraffine of een mengsel van beide (composietkaarsen) en soms bijenwas.

De pit wordt gevlochten van gebleekte of ongebleekte katoenen garens, variërend van 4 tot 45 draden. Het vlechten vindt zodanig plaats dat de pit tijdens het branden naar één kant ombuigt en daardoor in het buitenste deel van de vlam verbrandt en zo op lengte wordt gehouden. Niet alleen is het van belang dat de pit gebogen brandt, ook gaat het om de snelheid, waarmee de pit brandt ten opzichte van de stearine of de was. Om te snel branden van de pit te voorkomen wordt de pit behandeld met een mengsel van zouten, zogenoemde brandvertragende middelen. Ook verhinderen de genoemde zouten het nagloeien van de pit doordat zij deze afsluiten van de lucht. Verder dient de pit de stearine, paraffine en was goed op te zuigen.

De meest gebruikte grondstoffen voor het vette deel van kaarsenmateriaal zijn stearine en paraffine. Paraffine heeft, zoals gezegd, het voordeel boven stearine dat het bij verbranding meer licht geeft. Bovendien is paraffine goedkoper dan stearine. Het nadeel van een paraffinekaars is dat deze eerder druipt en gemakkelijker kromtrekt dan een stearinekaars. Stearine is een mengsel van stearinezuur (octadecaanzuur, C17H35-COOH) en palmitinezuur (hexadecaanzuur (C15H31-COOH)) en wordt bereid uit dierlijke vetten, plantaardige oliën en vistraan. Het vet of de olie wordt bij hoge temperatuur (260 °C) en druk (50 atm) gehydrolyseerd tot glycerol en een mengsel van vetzuren. Dit proces heet hydrolyse. De vetzuren worden gezuiverd via de traditionele methode Chevreul of een modernere methode. Bij de methode Chevreul worden de vetzuren gescheiden door deze na afkoeling middels persen te scheiden van het oliezuur. Het oliezuurgehalte wordt na harding (additie van waterstof) tot beneden de 1% gebracht. Destillatie onder lage druk levert voldoende zuivere stearine.

Bij de modernere methode wordt het vetzuurmengsel door kristallisatie bij lage temperatuur gescheiden in oliezuur en stearine. Daarna volgt harding en destillatie. De oleochemie is de wetenschap die de bewerking van natuurlijke oliën en vetten beschrijft.

Paraffine wordt als restproduct verkregen bij de zuivering van ruwe aardolie. De fractie smeerolie bevat vaak zoveel hoogstollende paraffine, dat ze niet als smeerolie bruikbaar is. De paraffine wordt afgescheiden door uitvriezen. De zo verkregen paraffine heeft een oliegehalte beneden 0,5%. Voor gebruik in de kaarsenindustrie dient het smelttraject 52-54 °C te zijn. Veelal wordt aan paraffine een deel stearine toegevoegd (5-25%) om een betere weerstand tegen druipen en een verhoogde vormvastheid te verkrijgen.

Compositiekaarsen bestaan meestal uit een mengsel van stearine en paraffine; soms uit andere mengsels, bijvoorbeeld bijenwas en paraffine. Stearine voegt men niet alleen toe aan paraffine vanwege de verbetering van de brandeigenschappen, maar ook om paraffinekaarsen beter uit de gietvorm te kunnen verwijderen; stearine krimpt namelijk meer bij afkoeling.

  Kaarsvlam:
1: blauwe zone
2: donkere zone
3: gele zone
4: vlammantel
  Kaarsvlam zonder zwaartekracht.

  Het branden van een kaars

Een kaars wordt aangestoken door met een vlam de pit zodanig te verhitten dat het daarin aanwezige kaarsvet smelt, verdampt en ontbrandt. Door de warmte van deze kaarsvlam zal het kaarsvet onder de pit gaat smelten. Het vloeibare vet, dat de vorm krijgt van een kommetje, wordt door de capillaire werking van de pit hierin opgezogen tot in de top. Dicht in de buurt van de vlam is het zo sterk verhit dat het verdampt en kan branden. Het gedeelte van de pit waar het kaarsvet vloeibaar is kan niet branden, het moet eerst in gas overgaan.

In de vlam vinden in diverse zones verschillende chemische processen plaats, getuige de verschillen in kleur en temperatuur per zone:

  1. In de blauwe zone aan de basis vindt bij een temperatuur van 1200 - 1400 °C het kraakproces èn een gedeelte van de verbranding plaats.
  2. De donkere zone in het midden, met de laagste temperatuur, 800 - 1000 °C, bestaat uit kraakgassen, koolstofdioxide, koolstofmonoxide, een beetje zuurstof en vrij veel stikstof.
  3. In de gele zone vindt bij een temperatuur van 1200 °C het grootste gedeelte van de ontleding van de gassen plaats. De gloeiende koolstofdeeltjes die bij onvolledige verbranding vrijkomen geven de vlam als lichtbron haar typische gele kleur.
  4. De vlammantel heeft een geringe lichtsterkte ten opzichte van de intense gele zone, door overvloed aan zuurstof ontstaat hier bij 1400 °C in volledige verbranding koolstofdioxide en waterdamp.

Zonder zwaartekracht brandt een kaars zwakker, maar heter en heeft de geheel blauwe vlam een perfecte bolvorm. Voor meer informatie over de vlam van de kaars, zie: kaarsvlam.

  Het maken van een kaars

De klassieke methode van het maken van kaarsen is het dompelen. In de vijftiende eeuw wordt in Parijs het gieten van kaarsen geïntroduceerd. Tegenwoordig worden kaarsen meestal gegoten of geperst, maar ook het dompelen en handmatig vormen van kaarsen wordt nog toegepast.

  Dompelen

De oudste methode om kaarsen te maken is het dompelen, ook wel tonken genoemd. De pit wordt in gesmolten was of vet gedompeld en omhoog getrokken. Na enige tijd uitharden volgt een tweede onderdompeling in de was of vet, waarna het opnieuw uithardt (het stolt). Dit proces wordt net zo lang herhaald tot de kaars de gewenste of vereiste dikte heeft gekregen. De dompelmethode gaat terug naar de Romeinse tijd en was de belangrijkste methode om kaarsen te maken in de Middeleeuwen en lang daarna. Deze methode werd wel verbeterd. Aan een rek werd een aantal pitten evenwijdig aan elkaar bevestigd en tegelijkertijd in het vloeibare vet (of de was) gedompeld. Door het dompelen kunnen de uiteinden wat onregelmatig en puntig uitlopen, daarom worden die afgeknepen of afgesmolten.

  Vroege gietmethoden

In de vijftiende eeuw wordt voor het eerst in Parijs een gietvorm geïntroduceerd. Eerst gebruikte men houten vormen, later kwamen er vormen van tin of ijzer. Deze werden op een rijtje geplaatst, net als een rij orgelpijpen.

  Huidige gietmethoden

De meeste kaarsen worden machinaal gegoten in metalen vormen. Bij het gieten zijn twee typen machines in gebruik, de opdruk- en de optrekmachine. De stearine (of een mengsel van stearine en paraffine) wordt gesmolten en in een grote bak gekoeld én geroerd, zogenaamd "koudgeroerd". Er ontstaat een kristalbrij, die door het roeren niet één grote klont kaarsvet wordt. Door deze methode worden fraai uitziende kaarsen verkregen.

  Opdrukmachine

Een opdrukmachine bestaat uit een grote platte bak met daarin de gietvormen. Om de vormen heen stroomt eerst warm, daarna koud water. De onderkant van de gietvormen is afgesloten door een zuiger (piston), die op en neer kan worden bewogen. Door de zuiger, die hol is, loopt de pit. Het gieten van kaarsen bij de opdrukmachine gaat als volgt:

  1. De vormen worden voorverwarmd met warm water.
  2. Met de zuigers in de onderste stand worden ze volgegoten met kaarsvet. Het kaarsvet krimpt bij afkoelen; daarom wordt extra vet op de vormen gegoten.
  3. Hierna vervangt de kaarsenmaker het warme water door koud. Het kaarsvet wordt vast; het teveel aan vet wordt met een mes verwijderd.
  4. Als de kaarsen voldoende gestold zijn worden de zuigers omhooggetrokken. De zojuist gegoten kaarsen worden uit de vormen gedrukt en boven de machine vastgezet in een klemraam.
  5. Tegelijkertijd worden nieuwe pitten van de klossen omhooggetrokken.
  6. De pitten worden vastgeklemd, de kaarsen afgesneden en nadat de zuigers weer in de onderste stand zijn gebracht kan het proces opnieuw beginnen.

In de opdrukmachine bevinden zich 300 - 600 vormen en er kan tot 4 maal per uur gegoten worden. De kaarsen verkregen met een opdrukmachine zijn stomp.

  Op- & Aftrekmachine

Gotische kaarsen worden gemaakt met de optrekmachine. De kaarsen worden op dezelfde manier gegoten, alleen zijn de gietvormen nu aan de onderkant gesloten, uitgezonderd het gaatje, waar de pit doorheen loopt. Na het gieten worden de kaarsen aan de pitten omhooggetrokken. De gietvormen kunnen nu een zodanige vorm hebben, dat de gegoten kaarsen taps toelopende punten verkrijgen (gotische kaarsen).

  Pijpmethode

Uit poedervormige of korrelvormige grondstof kunnen kaarsen worden geperst. Voor het persen van gegranuleerd "kaarsvet" gebruikt men een extrusiepers (een soortgelijke pers als voor het maken van plastic voorwerpen). Het kaarsvet wordt door een sluitstuk geperst en zo ontstaat een "eindeloze" kaars. De kaarsen kunnen op iedere gewenste lengte afgesneden worden. De pit wordt tegelijkertijd mee in de kaars geperst of later in de kaars aangebracht.

  Handmatige Trekmethode

Op de trekbank worden ook "ellenlange" kaarsen gemaakt. De trekbank bestaat uit twee trommels, die om een as kunnen draaien. Tussen de trommels bevindt zich een bak met vloeibaar kaarsvet. De kaarsenpit wordt van de ene trommel via het kaarsvet op de andere trommel gewonden. Vervolgens wordt het proces in omgekeerde richting herhaald en het laagje kaarsvet om de pit neemt steeds toe. Als de gewenste dikte is bereikt worden de kaarsen in een bepaalde lengte gesneden en met een freesmachine van een kop en een voet voorzien.

  Dompelmethode

De vroegere dompelmethode (tonken) wordt nog steeds in de kaarsenfabriek toegepast, evenals het pure handwerk. Een handwerkkaars wordt gemaakt van een mengsel van bijenwas en paraffine, omdat die stoffen kneedbaar zijn.

  Handmatig

Eerst wordt de "was" voorverwarmd. De kaarsenpit wordt horizontaal, enkele centimeters boven het tafelblad, gespannen. Wat voorverwarmde was wordt met de hand gekneed en om de pit gerold. Met de hand en later met een plankje wordt de kaars in de gewenste vorm gerold. De pitten worden losgeknipt en de kaars in water gedompeld om hard te worden.

  Kaarsenfabrieken

  Amsterdam

Brandon was een kaarsenfabriek in Amsterdam die zich toelegde op de productie van stearinekaarsen. Het bedrijf werd opgericht door de ondernemer Nathan Diaz Brandon (1803-1874). Het in 1839, na de overname van de "Koninklijke Waskaarsenfabriek De Bijenkorf" opgerichte bedrijf, groeide uit tot een grote Nederlandse stearinefabriek. Deze fabriek werd in 1906 opgeheven.

  Breda

In Breda is de Bredase Kaarsenfabriek gevestigd. Rond half december voor kerstmis zijn er open dagen.

  Gouda

In 1853 werd door drie Goudse heren, als nevenbedrijf van de "Goudse Aardappelmeel-, Siroop- en Sagofabriek", een "Stearine Kaarsenfabriek" opgericht.
Toen dit een succes bleek, kwamen op 24 februari 1858 enkele Goudse industriëlen bijeen, die besloten tot oprichting van een afzonderlijke fabriek, de " NV Stearine Kaarsenfabriek Gouda" met een startkapitaal van Hfl. 20.000. De heren G. Wachter JPzn en A.A.G. van Iterson werden de eerste directeuren. Van Iterson kwam uit een apothekersfirma en werd belast met de chemisch-technische kant van het bedrijf.

Het bedrijf vestigde zich vlak buiten Gouda, ten westen van de stad aan de Hollandsche IJssel. Daar vond ook vetsplitsing en vetzuurscheiding plaats, om de voor de kaarsenfabricage noodzakelijke stearine in eigen beheer te bereiden. In 1899 werd aan het bedrijf het predicaat "Koninklijk" toegekend.

  Schiedam

In Schiedam was de kaarsenfabriek "Apollo" actief. In 1929 fuseerden deze twee bedrijven tot de "NV Koninklijke Stearine Kaarsenfabriek Gouda-Apollo". Nagenoeg de gehele kaarsenproductie was nu geconcentreerd in Gouda. In deze jaren verdienden hier meer dan duizend mannen en vrouwen hun brood in de kaarsen- en vetzurenfabricage. In 1960 kochten Unilever en het Amerikaanse oleochemiebedrijf Emery de Goudse kaarsenfabriek op. In 1980, tijdens de oliecrisis, nam Unilever het Goudse bedrijf alleen over en verbond het aan enige kleinere chemische vestigingen, met Gouda als hoofdvestiging. Daarmee was Unichema Chemie een feit.

In 1983 is de productie van de bekende witte "Gouda Kaars" overgenomen van Unichema door de firma Bolsius Groep en in Waddinxveen voortgezet. Door concurrentie en hoge kosten, is de productie in 2003 verplaatst naar Schijndel, Boxmeer en het Poolse Kobilyn en daarmee uit de Goudse regio verdwenen. De naam "Gouda kaarsen" blijft gehandhaafd, wegens de grote nationale en internationale bekendheid.

  Tradities

  Brandende theelichtjes.
  • Traditioneel wordt in Gouda op de tweede dinsdag in december kaarsjesavond gehouden, waarbij de binnenstad geheel met kaarsen verlicht wordt. Deze traditie wordt al tientallen jaren gehouden en trekt vele bezoekers. Ruim twintigduizend bezoekers uit binnen- en buitenland vierden in 2003 de traditionele Kaarsjesavond in Gouda.
  • In de Vlaams-Brabantse stad Aarschot is de Sint-Rochuskaarsjesverlichting op 15 augustus een jaarlijks terugkerend evenement. Ter ere van Sint-Rochus, die de stad destijds redde van de pest, wordt de stad sfeervol verlicht met duizenden kaarsjes.
  • Ravenstein heeft haar "Ravenstein bij Kaarslicht" op de tweede of derde zaterdag in december met concerten in en buiten beide kerken, tentoonstellingen, verlichte pastorietuin, mozaïek op stadsgracht enz.
  • In Delft wordt ook op de tweede dinsdag in december lichtjesavond gehouden.
  • Vooral in het Christendom in de Katholieke kerk wordt ter nagedachtenis van iemand vaak een kaarsje gebrand. Men koopt een kaarsje en steekt het aan.
  • Tijdens diverse feesten zoals het Joodse Chanoeka en de Christelijke Advent staan kaarsen centraal.
  • Ook op een verjaardagstaart staan kaarsjes, zij het heel kleine en vaak in verschillende vrolijk stemmende kleuren.

   
               

 

All translations of Kaars


sensagent's content

  • definitions
  • synonyms
  • antonyms
  • encyclopedia

Webmaster Solution

Alexandria

A windows (pop-into) of information (full-content of Sensagent) triggered by double-clicking any word on your webpage. Give contextual explanation and translation from your sites !

Try here  or   get the code

SensagentBox

With a SensagentBox, visitors to your site can access reliable information on over 5 million pages provided by Sensagent.com. Choose the design that fits your site.

Business solution

Improve your site content

Add new content to your site from Sensagent by XML.

Crawl products or adds

Get XML access to reach the best products.

Index images and define metadata

Get XML access to fix the meaning of your metadata.


Please, email us to describe your idea.

WordGame

The English word games are:
○   Anagrams
○   Wildcard, crossword
○   Lettris
○   Boggle.

Lettris

Lettris is a curious tetris-clone game where all the bricks have the same square shape but different content. Each square carries a letter. To make squares disappear and save space for other squares you have to assemble English words (left, right, up, down) from the falling squares.

boggle

Boggle gives you 3 minutes to find as many words (3 letters or more) as you can in a grid of 16 letters. You can also try the grid of 16 letters. Letters must be adjacent and longer words score better. See if you can get into the grid Hall of Fame !

English dictionary
Main references

Most English definitions are provided by WordNet .
English thesaurus is mainly derived from The Integral Dictionary (TID).
English Encyclopedia is licensed by Wikipedia (GNU).

Copyrights

The wordgames anagrams, crossword, Lettris and Boggle are provided by Memodata.
The web service Alexandria is granted from Memodata for the Ebay search.
The SensagentBox are offered by sensAgent.

Translation

Change the target language to find translations.
Tips: browse the semantic fields (see From ideas to words) in two languages to learn more.

 

6812 online visitors

computed in 0.031s

I would like to report:
section :
a spelling or a grammatical mistake
an offensive content(racist, pornographic, injurious, etc.)
a copyright violation
an error
a missing statement
other
please precise: