Advertising R▼
hängen (v.)
weghangen, neerhangen, hangen, bungelen, ophangen, opknopen, verstikken, stikken, uithangen, zweven, vertonen
Hängen (n.)
Anhang (n.)
bijlage, appendix, supplement, addendum, aanvulling, addenda, annexen, bijblad, bijl., N.S., naschrift, P.S., postscriptum, aanhangsel, codicil
anhängen (v.)
aanhaken, haken aan, neerhangen, ophangen aan, ophangen, haken, vastkoppelen, aankoppelen, aanhangen, vasthaken, aan elkaar haken, aanwrijven, toedichten, aanrekenen, aantijgen, ten laste leggen, toerekenen aan, wijten aan, aansmeren, aanpraten, aanlappen, opsolferen, afschepen, opzadelen met, vastplakken, vastkleven, kleven, hechten, klitten, plakken, schoven, vastzetten, gereedstaan, klaarstaan, bijstaan, dichthaken
anhängen ()
an (adj.)
an- ()
an der Nadel hängen
an die große Glocke hängen (v.)
den Kopf hängen lassen (v.)
bij de pakken neerzitten, de moed verliezen, het hoofd laten hangen
hängen an (adj.)
hängen an (v.) (+ datif)
aardig vinden, gehecht zijn aan, gesteld zijn op, geven om, graag hebben, mogen, vastzitten, verknocht zijn aan
hängen lassen (v.)
nach unten hängen (v.)
ein Verfahren anhängen gegen (v.)
een proces aandoen, een proces aanhangig maken, een proces aanspannen tegen, een proces voeren tegen, procederen tegen
einen Prozeß anhängen (v.)
een proces aandoen, een proces aanhangig maken, een proces aanspannen tegen, een proces voeren tegen, procederen tegen
an beiden Seiten (+ génitif)
an beiden Seiten (adv.)
aan beide kanten, aan beide zijden, aan weerskanten, aan weerszijden, over en weer, van beide kanten, van weerskanten, van weerszijden
an Boden gewinnen (v.)
inlopen, terrein winnen, veld winnen, voorkomen, vooruitkomen, winnen
an Bord bringen (v.)
aan boord brengen, aan boord nemen, embarkeren, inladen, inschepen, laden
an Bord gehen (v.)
an Bord nehmen (v.)
aan boord brengen, aan boord nemen, embarkeren, inladen, inschepen, laden
an den Mann bringen (v.)
an den Pranger stellen (v.)
aan de, afbreken, beschamen, bespotten, kritiseren, vernederen
an den Tag legen (v.)
aan de dag leggen, betonen, betuigen, bewijzen, tonen, uitdrukken, uiten, vertonen
an der Arbeit sein (v.)
an der Festtafel sitzen (v.)
aan tafel zitten, aanzitten, tafelen (literary)
an der Kandare haben (v.)
iemand bij de neus leiden, iemand bij de neus nemen, ringeloren, ruw behandelen
an der Kandare halten (v.)
iemand bij de neus leiden, iemand bij de neus nemen, ringeloren, ruw behandelen
an der Nadel hängen
an der Nase herumführen (v.)
aanpraten, bij de neus nemen, erin laten lopen, in de maling nemen, in het ootje nemen, plagen, wijsmaken
an der oberen Seite (adv.)
aan de bovenkant, aan de bovenzijde, bovenop, op de bovenkant, op de bovenzijde
an der Oberseite (adv.)
aan de bovenkant, aan de bovenzijde, bovenop, op de bovenkant, op de bovenzijde
an der Reihe sein (v.)
an der Spitze gehen (v.)
an der Spitze liegen (v.) (Sport)
de leiding hebben (sport), leiden (sport), op kop liggen (sport), vóór liggen (sport), vóór staan (sport)
an der Spitze stehen (v.)
an der Tagesordnung sein (v.)
an der unteren Seite (adv.)
aan de onderkant, aan de onderzijde, onderop, op de onderkant, op de onderzijde
an der Unterseite (adv.)
aan de onderkant, aan de onderzijde, onderop, op de onderkant, op de onderzijde
an der Vorderseite von (+ datif)
an die Arbeit gehen
an die Ehre greifen (v.)
an die große Glocke hängen (v.)
an die Oberfläche kommen (v.)
an die Öffentlichkeit bringen (v.)
aan het licht brengen, manifesteren, openbaren, reveleren, ruchtbaar maken, uitbrengen, uiten
an die Reihe kommen (v.)
an die Stelle setzen von (v.) (+ datif)
an einer anderen Stelle (adv.)
an einer Freizeit teilnehmen (v.) (Glaubensgemeinschaft;Religion)
in retraite gaan (godsdienstig)
an ... entlangfahren (v.) (+ datif)
an ... entlanggehen (v.) (+ datif)
an ... entlanglaufen (v.) (+ datif)
an erster Stelle (adv.)
bovenal, in de eerste plaats, op de eerste plaats, ten allereerste
an Exerzitien teilnehmen (v.) (Glaubensgemeinschaft;Religion)
in retraite gaan (godsdienstig)
an Inkontinenz leidend (adj.) (Mannsbild)
incontinent (manspersoon), inkontinent (manspersoon)
an Land (adv.)
an Land gehen (v.)
aan land gaan, aan wal gaan, landen, ontschepen, van boord gaan
an Land schwemmen (v.)
an Ort und Stelle (adv.)
an sich halten (v.)
zich bedwingen, zich beheersen, zich in bedwang houden, zich in de hand houden, zich inhouden, zich onder controle houden, zich onder kontrole houden, zich verbijten
an sich pressen (v.)
aannemen, aanpakken, aanvatten, de armen slaan om, de armen strengelen om, in de armen sluiten, nemen, stevig vasthouden, tegen zich aan drukken, vastbijten, vatten
an sich reißen
an sich reißen (v.)
graaien, grissen, meepakken, naar zich toe trekken, oppikken, usurperen, veroveren, zich toeëigenen
an Stelle (von)
an Stelle von
an .. vorbei (+ datif)
an .. vorüber (+ datif)
an zweiter Stelle (adv.)
in de tweede plaats, op de tweede plaats, ten tweede, tweede
sich an sein Wort halten (v.)
zich aan zijn woord houden, zijn woord houden, zijn woord nakomen
sich halten an (v.)
blijven bij, dichtbij blijven, houden aan zich, niet afdwalen van, omarmen, omhelzen, omstrengelen, vasthouden, volgen, zich schikken
sich halten an (v.) (+ accusatif)
Advertizing ▼
.an
.an
See also
Hängen (n. neu.)
hängen (v.)
Anhang (n.m.)
anhängen (v. trans.)
↘ Anrechnung, Anwurf, Bezichtigung, Imputation, Unterschiebung, Zurechnung, zurückführen auf ≠ loshaken
an-
↘ Anprobe
Advertizing ▼
Hängen (n.)
peine de mort par étouffement (fr)[Classe]
action de supplicier (fr)[Classe]
hängen, weghängen - sich aufhängen, sich aufknüpfen, sich erhängen[Nominalisation]
Hinrichtung, Todesstrafe, Tötung[Hyper.]
archaic, aufhängen, hängen[Dérivé]
hängen (v.)
V+à+comp (fr)[Syntagme]
hängen (v.)
hängen (v.)
étouffer (fr)[ClasseHyper.]
hängen (v.)
hängen[Domaine]
hängen (v.)
aufhängen, hängen, weghängen[Hyper.]
hängen (v.)
air (en)[Hyper.]
hängen (v.)
hängen (v.)
hängen (v. intr.)
Tapisserie, Wandteppich[Dérivé]
aufhängen, hängen, weghängen - hang (en)[Domaine]
hängen (v. tr.)
fixer qqch par le haut tel que le reste pende (fr)[Classe]
serrer le cou de qqn pour l'étouffer (fr)[Classe]
exécuter un condamné à mort (fr)[Classe]
pendaison (supplice) (fr)[termes liés]
Anhang (n.)
Vollendung; Ablauf; Ausgang; Ausklang; Ende; Schluß; Beendigung; Beendung[Classe]
Appendix; Anhang; Blinddarm[ClasseHyper.]
saillie, chose qui s'avance au delà de qqch (fr)[Classe]
extrémité (fr)[Caract.]
cæcum (fr)[DomainDescrip.]
Anhang (n.)
conclusion et fin du livre (fr)[Classe]
Anhang (n.)
conclusion et fin du livre (fr)[Classe]
Komplettierung; Komplement; ergänzen[Classe]
extrémité (fr)[Caract.]
Anhang (n.)
Rechtsgeschäft; Akte; Dokument; Schriftstück; Urkunde[Classe]
appendix (en)[Hyper.]
anhängen
befestigen[Hyper.]
appendage (en)[Dérivé]
anhängen (v.) [abjagen , abkaufen , münden in , reichen , verdanken , zusprechen]
anhängen (v.)
haften[Hyper.]
Zusatzgerät - Rettungsanker, Verschluß - binding (en) - Haften - Aufkleber, Sticker - Bindemittel, Klebstoff, Uhu - Klebe..., klebend - anhaftend, anklebend - bondable (en)[Dérivé]
kleben[Domaine]
anhängen (v.)
folgen[Cause]
anhängen (v.)
anhängen (v.)
sein, verhalten[Hyper.]
anhängen (v.)
befestigen[Hyper.]
assemblage, hookup (en) - hookup (en)[Dérivé]
anhängen (v. tr.)
anhängen; anhaken; aufhängen[ClasseHyper.]
anhängen (v. tr.) [abjagen , abkaufen , münden in , reichen , verdanken , zusprechen]
anhängen (v. tr.) [abjagen , abkaufen , münden in , reichen , verdanken , zusprechen]
donner ou vendre qqch qu'on utilise plus (fr)[Classe]
weiterverkaufen; wiederverkaufen[Classe]
faire passer qqch de soi à qqch ou qqn d'autre (fr)[Classe...]
umsetzen, veräußern, verkaufen[Hyper.]
an
brauchbar[Hyper.]
an (prép.) [abjagen , abkaufen , münden in , reichen , verdanken , zusprechen]
(espace) jusqu'à (tel lieu) (fr)[Classe]
an (prép.) [abjagen , abkaufen , münden in , reichen , verdanken , zusprechen]
à un instant donné (fr)[Classe]
an (prép.) [anklagen wegen , anschuldigen wegen , beschuldigen , bezichtigen , entheben , verdächtigen , versichern , zeihen , überführen]
prép marquant l'attribution (fr)[Classe]
an (prép.)
an (prép.)
(espace) près de (fr)[Classe]
an-
Kleider anziehen; sich kleiden; sich anziehen[Classe]
expérimenter (fr)[Classe]
coudre (opérations diverses) (fr)[DomaineCollocation]
sensagent's content
Webmaster Solution
Alexandria
A windows (pop-into) of information (full-content of Sensagent) triggered by double-clicking any word on your webpage. Give contextual explanation and translation from your sites !
SensagentBox
With a SensagentBox, visitors to your site can access reliable information on over 5 million pages provided by Sensagent.com. Choose the design that fits your site.
Business solution
Improve your site content
Add new content to your site from Sensagent by XML.
Crawl products or adds
Get XML access to reach the best products.
Index images and define metadata
Get XML access to fix the meaning of your metadata.
Please, email us to describe your idea.
Lettris
Lettris is a curious tetris-clone game where all the bricks have the same square shape but different content. Each square carries a letter. To make squares disappear and save space for other squares you have to assemble English words (left, right, up, down) from the falling squares.
boggle
Boggle gives you 3 minutes to find as many words (3 letters or more) as you can in a grid of 16 letters. You can also try the grid of 16 letters. Letters must be adjacent and longer words score better. See if you can get into the grid Hall of Fame !
English dictionary
Main references
Most English definitions are provided by WordNet .
English thesaurus is mainly derived from The Integral Dictionary (TID).
English Encyclopedia is licensed by Wikipedia (GNU).
Copyrights
The wordgames anagrams, crossword, Lettris and Boggle are provided by Memodata.
The web service Alexandria is granted from Memodata for the Ebay search.
The SensagentBox are offered by sensAgent.
Translation
Change the target language to find translations.
Tips: browse the semantic fields (see From ideas to words) in two languages to learn more.
computed in 0.125s